- passief
- {{passief}}{{/term}}1 〈bijvoeglijk naamwoord〉 passif 〈v.: passive〉; 〈bijwoord〉 passivement2 [scheikunde, taalkunde] 〈bijvoeglijk naamwoord〉 passif3 [handel] 〈bijvoeglijk naamwoord〉 en déficit♦voorbeelden:1 passieve tegenstand • résistance passiveiets passief moeten afwachten • être contraint d'attendre passivement qc.2 het passief • le passif3 passieve handelsbalans • solde négatif de la balance commercialehet passief • le passif
Deens-Russisch woordenboek. 2015.